elk verlangen is dood
Citaat :
‘De dingen waren geen dingen, ze waren schimmen. En de kleuren waren geen kleuren, ze waren grijs. Alles was alsof het terugkeerde van een wereld die nergens was.’
In het postuum verschenen “De dood en de lente” zitten flink wat accenten van Kafka, het absurdistische theater van Beckett en wellicht ook de zeer experimentele literaire stromingen van eind jaren zestig en begin jaren zeventig. Rodoreda heeft in die tijd ongetwijfeld kennis gemaakt met de nouveau roman, een beweging waarvan de vaandeldragers volledig wilden breken met de verhalende romans van de negentiende eeuw en uitdrukkelijk ontoegankelijk wilden schrijven. En die toegankelijkheid is haar vast en zeker gelukt, ook al heeft ze de roman verschillende keren herschreven en werd hij zelfs na haar dood nog wat herstructureerd door haar uitgever.
In de roman staat ieder seizoen symbool voor de dood die het dorp overheerst. De ik-verteller is een naamloze jongen, wiens ontwikkeling gelijkloopt met de jaargetijden.
Alle moeders in het dorp zijn gek, verward of hysterisch. Om het verlangen van hun vrucht in de kiem te smoren, worden ze geblinddoekt tijdens hun zwangerschap. Kinderen worden van bij de geboorte ziek gehouden, kreupel gemaakt en opgesloten in keukenkasten. Mannen wordt de lust ontnomen. Zij zijn verminkt geboren of verliezen tijdens een rituele straf hun aangezicht aan de rotsbodem van de rivier. Genot herinneren de volwassenen zich niet: elk verlangen is dood.
De dood en het voorjaar, een gitzwarte roman waarin de auteur haar angsten, obsessies, afschuw en verlangens weergeeft in een surrealistisch aandoend verhaal vol dromerige (angst)beelden, een beetje zoals de schilderijen van Rodoreda’s streekgenoot Salvador Dalí.
Over de auteur:
Mercè Rodoreda i Gurguí (Sant Gervasi de Cassoles, 10 oktober 1908 – Romanyà de la Selva, 13 april 1983) wordt beschouwd als de belangrijkste naoorlogse Catalaanse schrijfster. Haar roman La plaça del diamant (Colometa in Nederlandse vertaling) is een van de bekendste Catalaanse romans en is sinds de eerste uitgave in meer dan 30 talen vertaald. Het wordt ook beschouwd als een van de beste romans over de Spaanse Burgeroorlog.
Het is niet onbelangrijk om te weten dat Rodoreda als jonge vrouw nog het ontstaan van de Tweede Spaanse republiek heeft meegemaakt, in 1931. Spanje, tot dan eigenlijk nog een feodaal, middeleeuws land waar de Franse revolutie, de industriële revolutie en andere moderne verschijnselen nauwelijks weerklank hadden, had opeens de modernste grondwet van heel Europa. Vrouwen als Rodoreda verkregen een heleboel rechten: niet alleen echtscheiding, maar zelfs abortus werd wettelijk mogelijk. Dat was nog nooit vertoond in Europa. Maar zoals bekend was de Tweede Spaanse Republiek geen lang leven gegund. Het ongenoegen onder conservatieve Spanjaarden groeide en toen generaal Franco in opstand kwam, brak er een burgeroorlog uit. Rodoreda, die niet alleen als republikeinse, maar bovendien als vurig voorvechter van de Catalaanse cultuur en taal duidelijk in het verkeerde kamp zat, moest naar Frankrijk vluchten en bracht het grootste deel van haar leven in ballingschap door. Ondertussen vestigde Franco in het Spaanse vaderland zijn reactionaire dictatuur, geregeerd door een ideologie die weleens treffend werd omschreven als ‘nationaal katholicisme’.
Synopsis
In een dorp zonder naam worden kinderen van jongs af aan geleerd hun lusten te beteugelen en worden mannen op een zodanige, gruwelijke wijze vermoord dat hun ziel niet kan ontsnappen.