Herinneringen aan een warm nest
Een
verhaal over het leven van Frida Wolf, dochter van de gevangenis- directeur van Haarlem die naast de gevangenis woonde. Ze
is nu een volwassen vrouw, haar ouders zijn overleden en ze bezoekt
de nu leegstaande gevangenis, waarbij ze zich afvraagt wat deze
plaats voor haar nog betekent. Dit boek is deels autobiografisch.
Het
verhaal wordt geschreven in 12 hoofdstukken, met wisselende stijlen en in een nuchter taalgebruik.
Frida
groeit op bij ouders die “anders” zijn. Een vader die niet geloofd in centraal gezag en gevangenisdirecteur wordt, een moeder die iedereen goede raad geeft maar uitblinkt in afwezigheid, een woning in een gevangenis die aanvoelt als een open huis. Geen evidentie, maar samen vormen ze een warm nest waar iedereen zichzelf mag zijn.
In het laatste hoofdstuk moet Frida haar “Gouden Boekje” schrijven, waarbij auteur Maria Kager de bedenking maakt “Onze hersenen … hebben geen mechanisme waarmee we de juistheid van onze herinneringen kunnen garanderen. De enige waarheid die we hebben ligt in de verhalen die we elkaar en onszelf vertellen”.
In
hoeverre is het boek
autobiografisch ? Mogelijk
weet Kager het zelf niet. Het
doet er ook niet toe. Iedereen
moet zijn eigen “Gouden Boekje” schrijven. Iedereen
moet het “geloof van zijn vaderen” vertalen naar eigen
inzichten, omdat het de basis is van ons zijn. Een mooie opdracht,
gebracht met veel warmte.