Waarom Amerika op vraag van Chiquita het regime van Guatemala liet vallen in 1955
Rond de eeuwwisseling werden door de leiders van Guatemala verregaande concessies verleend aan UFC die zich toelegde op de handel in bananen. De Indiaanse bevolking werd onderdrukt en uitgebuit, maar in 1944 volgde een volksopstand waarna Arévalo aan de macht kwam, die een verregaande landhervorming opstartte. Daar het UFC inzag dat hen dit veel geld zou kosten, wilden ze het regime omver werpen wat met de hulp van het Amerikaanse leger en de CIA in 1954 ook lukte. Na deze staatsgreep volgde een lange reeks van militaire dictaturen.
Van 1944 tot 1954 was er een “Guatemaltese lente” met hoop voor de gewone mensen, maar vanaf 1954 volgde een periode van 40 jaar vol geweld waarvan vooral de Indiaanse bevolking het slachtoffer werd.
Deze periode zijn de “Bittere tijden” – de periode die Vargas in dit werk beschrijft.
Hij stelt dat Amerika deze staatsgreep heeft opgezet en uitgevoerd met behulp van het leger, de CIA en met de hulp van “bevriende (dictatoriale) regimes”. Vargas stelt wel dat de mogelijke dalende winst bij het UFC de echte reden was om met alle middelen dit regime ten val te willen brengen.
Amerika en het UFC schilderen Guatemala daarom (ten onrechte) af als een Russische satellietstaat en verkondigen deze stelling op alle media, waardoor de publieke opinie hiervan overtuigd raakt. Het is de tijd van de koude oorlog en de jacht van senator Mc Carthy op communisten in Amerika. Hierdoor was er een klimaat om de beweringen doorgang te laten vinden in alle geledingen van de bevolking.
Dat propaganda een publieke opinie kan bespelen hadden de nazi’s in Duitsland bewezen, maar ook nu zien we dit gebeuren in het Rusland van Poetin, de berichtgeving bij oorlog en Gaza, bij de inval in Irak.
Omstreeks 1950 werd het Amerikaans leger beschouwd als de sterkste legermacht van de wereld en werd Amerika beschouwd als het rijkste land. De landen van Midden Amerika waren economisch arm en kenden veelal een militaire dictatuur. De machthebbers waren omkoopbaar, waardoor Amerika in diverse landen “bevriende regimes” aan kon stellen om het land economisch te bespelen. Dit was ook het geval in Zuid-Amerika en Afrika, niet enkel door Amerika maar ook door verschillende Europese landen.
Ook vandaag is dit nog het geval in vele van die landen, en in alle gevallen is de inheemse bevolking het grote slachtoffer. De rijkdommen gaan naar de machthebbers en grote economische bedrijven.
Er is dus veel te vertellen in dit boek. Is alles fictie of geeft dit de feiten weer ? Het zal een combinatie van beiden zijn. Er zijn zo veel historische feiten, namen, gebeurtenissen en feiten genoemd in dit werk dat zeker een deel historisch correct is, maar Vargas beschrijft sommige zaken zo in detail dat twijfel aan de correctheid terecht is. Er zit echter geen echte verhaallijn in, de karakters van de (vele) personages wordt nauwelijks uitgewerkt en bij sommige hoofdstukken duurt het even eer je weet waar het over gaat. Hierdoor is dit zeker niet het meest leesbare werk.
Er blijft echter het feit dat alles berustte op “fake news” dat zowat 70 jaar geleden werd verspreid door het Amerikaanse regime. Dit maakte de inval mogelijk, waarna duizenden mensen werden opgesloten en gedood. En “fake news” is ook vandaag – nog meer dan toen – een “hot item”.
Vooral daarom is het nuttig om dit werk door te nemen en te laten inwerken, temeer omdat in dit geval het ondertussen wel duidelijk is dat de zaken die beschreven zijn, voor het overgrote deel wel degelijk hebben plaatsgevonden. De slachtoffers zijn gevallen, wat er met “de daders” is gebeurd is een open vraag.
Synopsis
De progressieve president van Guatamala wordt in 1954 afgezet met hulp van de Amerikanen.