Tournee Literair: ontbijtgesprek met Lize Spit: "Ja, er komt een nieuw boek aan!"
Door Sven Reynders
Op zaterdag 4 mei werden we met een twintigtal genodigden vergast op een ontbijt met koffie, fruitsap, croissants, fruit en ander lekkers in de Standaard Boekhandel op de Schoenmarkt te Antwerpen. Reden van de festiviteiten: een ontbijtgesprek met auteur Lize Spit over haar boekje ‘De eerlijke vinder’. Een verslag van een boeiende ontmoeting.
Het boekje ‘De eerlijke vinder’ is het derde werk van Lize Spit, na ‘Het smelt’ en ‘Ik ben er niet’. Ze schreef het initieel als Boekenweekgeschenk in 2023, maar omdat het zoveel succes had en er zoveel vraag naar was, bracht das Mag een jaar later een reguliere editie van de novelle uit, weliswaar met een andere kaft.
Verhaalschets (zonder spoilers)
Zonder te veel te willen vertellen voor zij die ‘De eerlijke vinder’ nog niet gelezen zouden hebben, speelt het verhaal zich eind jaren negentig af in de Vlaamse Kempen. Jimmy, die thuis een moeilijke tijd doormaakt, leeft helemaal op als de zoon van een gezin Kosovaarse vluchtelingen naast hem in de klas komt te zitten. Jimmy is de slimste maar ook eenzaamste van zijn klas. Hij ziet het als zijn missie Tristan Ibrahimi door het schooljaar heen te helpen. Alle tijd die hij niet besteedt aan het verzamelen van flippo’s (waarvoor hij zakken chips koopt met het achtergelaten geld dat hij vindt in automaten), brengt hij door bij het Kosovaarse gezin. Wanneer de Ibrahimi’s na een jaar plotseling uitgewezen worden, verzint Tristan een plan dat veel van Jimmy zal vragen.
De geïnformeerde lezer weet wellicht dat Lize Spit een kempendochter is, die opgroeide in het dorpje Viersel, een deelgemeente van Zandhoven. Dus hoeveel van Lize Spits eigen jeugd zit in dit boek? Dit werd dadelijk duidelijk wanneer ze vertelde wie Elbie Zenelaj is, aan wie het boek is opgedragen. Deze (toen jonge)dame was de dochter van een familie vluchtelingen die in de jaren 90 in Viersel waren toegekomen waarmee ze een hele goede vriendschap heeft gehad tijdens hun jeugd. Toen Spit aan het boekenweekgeschenk begon te schrijven, besliste ze dat het verhaal zou gaan over een gezin vluchtelingen in dat dorp. Haar ervaringen met Elbie dienden dan als basis, maar om toch de nodige afstand te bewaren en er geen autobiografisch verhaal van te maken, transponeerde ze die situatie naar de vriendschap tussen twee jongens. ‘Maar’, benadrukte Spit, ‘ik heb zeer veel van het verhaal van die familie en de achtergrond waartegen dit zich allemaal afspeelde in het boek verwerkt, maar toch is het meeste van het verhaal verzonnen’.
Kindperspectief
Spit vertelde dat toen ze aan het boekenweekgeschenk begon te schrijven, ze het personage Elmer uit Werther Nielandt van Gerard Reve voor ogen had, maar dan een minder sadistische versie ervan. Het boeiende was hier om in de intimiteit van een jongensvriendschap te kijken, dit te fictionaliseren. Door de vriendschap tussen twee jongens te laten spelen, viel ook de link van haar eigen relatie met Elbie weg.
Dit bracht ons bij het perspectief van het verhaal, dat wordt verteld vanuit het standpunt van een kind. Dit was ook al het geval met ‘Het smelt’. Toch niet evident, dat kinderperspectief. Spit bekende dat ze hier wel van houdt. ‘Soms zie je teksten waarvan het duidelijk is dat het kinderperspectief onmiskenbaar door een volwassene is geschreven die dan het kind te hard infantiliseert of het veel te intellectueel voorstelt. Het belangrijkste is je echt inleven in het leven en het niveau van een kind, niet proberen te tonen wat je zelf allemaal kan. Je moet zoeken naar een vereenvoudigde manier om de zaken te verwoorden. Ik heb - denk ik toch - sowieso een heldere, toegankelijke stijl als ik schrijf, dat helpt.’ Spit verwijst hiervoor naar de inspiratie die ze vindt bij Judith Herzberg, de Nederlandse dichteres en toneelschrijfster, die ze roemt voor haar extreem heldere en toegankelijke stijl. Ze haalt naar eigen zeggen veel genoegen uit het kijken met de blik van kinderen, omdat daar de verwording nog in zit, de naïviteit. ‘Er zit heel vaak veel humor in hoe kinderen de dingen met elkaar verbinden. Volwassenen zijn daar dikwijls al stroever in geworden, cynischer ook.’
Een ander interessant aspect van het schrijven over kinderen is voor Spit de spannende scheidslijn tussen onschuld en schuld. Dat is ook in dit boek het geval. ‘Tussen Tristan en Jimmy voel je wel een groot verschil in leeftijd, want Tristan is twee jaar ouder. Dat is op die leeftijd een groot verschil en Tristan heeft natuurlijk een achterstand vanuit de oorlog. Je voelt dat Jimmy eigenlijk nog een kind is, terwijl Tristan naar het middelbaar gaat gaan en waarschijnlijk al een vak moet kiezen. Die twee kunnen sowieso niet verder. En dan gebeurt die zomer, of beter die nacht - het boek speelt zich af op een periode van 48 uur - wat er gebeurt (geen spoiler!). Is het dat Tristan door de dreigende uitwijzing in een soort van overlevingsmechaniek schiet en daarmee bereid is Jimmy op te offeren? Als Tristan Jimmy pusht om over zijn grenzen te gaan, is er een kanteling van onschuld naar schuld?
De titel
Even over de titel dan, ‘De eerlijke vinder’. Ogenschijnlijk gaat het over Jimmy die zich als eerlijke vinder van al het kleingeld in de automaten beschouwd, waarmee hij zijn flippo-verzameling verder uitbouwt. Maar is hij ook niet de eerlijke vinder van Tristan, waardoor hij vindt dat hij daar recht op heeft, op die jongen, op die vriendschap, op bij dat gezin thuis over de vloer komen? ‘Klopt’, zegt Spit. ‘Het boek gaat (ook) over toe-eigening, over toe-eigening van een verhaal op metaniveau, het wil vertellen over een oorlogstrauma. Maar ook over Jimmy die het gevoel heeft Tristian te hebben gevonden en hem voor zich wil houden. Dat hij voor Tristan kan zorgen en hem de taal kan leren, geeft hem een rol en een functie binnen het dorp. Jimmy was immers een verloren, eenzaam iemand. Zijn vader had als verzekeringsmakelaar mensen in het dorp van geld beroofd en heeft net het gezin verlaten. Met Tristan komt er voor hem een verlosser naar zijn dorp die er voor zorgt dat hij iemand wordt.’
Schrijfproces
Zowel voor de lezers als de schrijvers onder ons gaf Lize Spit een boeiende inkijk in haar schrijfproces. Voor ‘De eerlijke vinder’ had ze een ‘superstrakke deadline’ omdat het uiteraard op tijd af moest zijn als Boekenweekgeschenk. Spit was in januari aan het boek begonnen, en het moest half september persklaar zijn. Ze had dus iets meer dan een half jaar tijd. Plots was er tijdens de schrijffase het besef dat er snel een eerste versie klaar moest zijn, zodat juli en augustus de tijd gaven om opnieuw door de tekst te gaan. Immers, het moment dat het manuscript naar de persklaarmaker vertrekt om gezet te worden, is voor Spit bijzonder moeilijk. ‘Vanaf dat ogenblik kan je niets fundamenteels meer aan de tekst veranderen, tenzij op eigen kosten. Want als je bijvoorbeeld een alinea weghaalt, verschuift de hele tekst weer en moet alles opnieuw worden nagekeken. Je moet dus op zoek naar het moment waar je voor jezelf alles vastzet. Dan zit ik vaak nog ’s nachts, tot de laatste seconden dingen te veranderen. Toch nog even opzoeken of ik iets niet te vaak heb gebruikt, zitten er nog stopwoordjes in, alle dt’s nog een keer nagaan. Tot op het allerlaatste moment zit ik nog op al die details te flippen.’
Denkt Lize Spit aan haar lezers terwijl ze schrijft? ‘Het is als schrijver heel moeilijk om aan een lezer te denken, omdat het je soms doet blokkeren. Eigenlijk moet je voor jezelf schrijven en hopen dat er mensen, omdat jij het schrijft voor jezelf, ook interesse zullen hebben om het te willen lezen. Het is voor mij een missie lezers te blijven meenemen, maar niet vanuit het uitgangspunt een boek te willen schrijven voor een heel breed publiek. Mijn stijl is helder omdat ik graag wil dat de lezer begrijpt wat ik bedoel.’
Nieuw werk
Eén van de hoogtepunten van die ochtend was ongetwijfeld het moment toen één van de deelnemers de vraag stelde of we binnenkort nieuw werk van de auteur mogen verwachten en daar onmiddellijk het antwoord ‘Ja’ op kwam. We mogen van Spit, als alles volgens plan verloopt, in het najaar een nieuw boek verwachten met als titel ‘Autobiografie van mijn lichaam’. Spit schreef dit zeer persoonlijk boek gedurende de laatste twee jaar. Haar moeder, die drie maanden geleden overleed, had in die periode de diagnose van kanker gekregen. In dit boek – het is de eerste keer dat Spit iets autobiografisch schrijft – gaat ze aan de slag met de moeilijke en moeizame relatie die zijzelf, maar dus ook haar moeder, met haar lichaam heeft.
En of we hiernaar uitkijken…