Schrijven als een schaker – interview met Dominique Biebau

27 mei 2024

Door Wendy Struyf

Een kinderboek, twee romans, literaire thrillers en een misdaadroman, een mooi bewijs dat Dominique Biebau niet aan zijn proefstuk toe is. De auteur sleepte in 2019 de Knack Hercule Poirotprijs en het jaar daarop de Gouden strop binnen met zijn literaire thriller Russisch voor beginners. Het nieuwe boek De Christiemoorden noemt de auteur een knipoog naar de schrijverswereld.

Over jouw verhalen hangt een melancholische sluimer, maar er loopt ook een draad van humor door. Herken je deze uitersten bij jezelf?

Direct een goede vraag. Ja, in heel moeilijke situaties heb ik een humoristische kant die te pas en te onpas bovenkomt. Ik noem het zelf lol dwang of grap dwang. De andere kant van de medaille is mijn melancholische ziel. Als student had ik meer last van de donkere kant van mezelf, een kant die verbitterd werd door de zwaarte van de dagen. Humor bracht me door deze moeilijke periode. Ik schrijf een vrij luchtig genre, maar er sluimert inderdaad iets van melancholiek door de verhalen.

Je staat fulltime voor de klas, wanneer neem je tijd om te schrijven?

Je hebt gemerkt dat ik geen dikke boeken schrijf. Natuurlijk zou ik me willen opsluiten en een dik boek schrijven zoals Stephen King. Mijn schrijftempo ligt ook laag, om de twee jaar schrijf ik een verhaal. Deels ben ik schrijver en leerkracht. Ik sta graag voor de klas, mijn leerlingen leren me relativeren. De meeste studenten hebben nog nooit gehoord van mij als schrijver. Trouwens, het blijft nog altijd een voorrecht om met jonge mensen te werken.

In je nieuwe boek verwijs je naar het gebrek aan interesse in boeken en lezen, is dat iets dat je persoonlijk ook bezighoudt?

Het doet me wel pijn als ik hoor dat jongeren niet lezen. Ik blijf wel hoopvol als ik kijk naar TikTok en Instagram, boeken leven daar wel. In mijn nieuwe boek ‘De Christiemoorden’ geeft personage Judith aan dat boeken in haar kindertijd een soort ontsnapping zijn geweest. Toegegeven, de denkwijze van Judith is deels vanuit mezelf geschreven. In mijn kindertijd gingen we niet zo vaak weg en een van de weinige uitstappen waren de wekelijke bezoekjes aan de bibliotheek en lezen was het lichtpunt van mijn week. Je kruipt in het verhaal en je bent even met je hoofd ergens anders. Ik noem boeken nooduitgangen uit het leven. Zeer toepasselijk is de quote uit Shadowlands, een stuk over C.S. Lewis ‘We read to know we are not alone’. Lezen is niet enkel een ontsnapping, maar ook een herkenning. Mensen maken in het leven iets mee, dan is het goed om te weten dat je niet alleen bent.

Op de covers van je vorige boeken staat ‘literaire thriller’, je nieuwe boek De Christiemoorden wordt bestempeld als ‘Misdaadroman’. Was het je eigen keuze om De Christiemoorden onder een ander genre te plaatsen?

Dat heb je goed opgemerkt (lacht), ik heb het moeilijk om de term literaire thriller op mijn verhalen te kleven. In alle eerlijkheid mijn boeken zijn niet razend spannend en bij literaire insinueer je dat het verhaal literatuur is. Ik let op mijn stijl en probeer me origineel te verwoorden, maar het is geen literatuur. Literaire thriller zou ik twee keer een leugen noemen. Misdaadboek zou nog neutraler zijn geweest. Je neemt het boek vast en je weet dat er een misdaad gaat gebeuren. Mijn lezers weten ook dat er altijd humor in mijn verhaal sluipt.

Moeten we misschien afstappen van boeken in hokjes te duwen?

Je stapt een boekenwinkel binnen, je ziet het genre roman en aan de andere kant de spannende boeken. Alsof er in een roman geen spanningsboog zit. In het begin van mijn schrijverscarrière vond ik een label heel belangrijk. Je hebt eigenlijk maar twee soorten boeken, ‘boeken die je graag leest’ of ‘boeken die je niet graag leest’. Wie weet zet ik in het volgende boek: ‘een boek dat je graag gaat lezen.’

Je verhalen zitten vernuftig in elkaar, hoe start je aan het schrijven van je verhaal? Waar ontspringen je verhalen?

Schrijven kun je vergelijken met schaken. Je hebt auteurs die zich focussen op het bord en de posities, andere focussen zich op de stukken en de psychologie. Ik heb altijd eerst mijn bord en structuur, dan pas mijn karakters. In al mijn boeken zit er een structuur die van buitenaf komt en reeds bestaat. Met De Christiemoorden wou ik een boek schrijven over boeken en een bibliotheek en natuurlijk een misdaad. Zo kwam ik heel snel bij Agatha Christie terecht. Ik heb structuur nodig - daar ben ik vrij autistisch in.

Ik veronderstel dat de Accolade-reeks van Agatha Christie in jouw boekenkast prijkt?

Ik ben daar niet zo uniek in, er is een heel generatie opgegroeid met de Accolade-reeks. Het zijn fantastische boeken, ze vormden tevens mijn eerste ontmoeting met Agatha Christie. Het blijft een speciale serie. De Accolade-reeks zijn de enige Engelstalige boeken die ik in het Nederlands lees.

In Het mollenfeest en ook in De Christiemoorden lopen voornamelijk vrouwelijke personages rond? Is het misschien niet makkelijker om vanuit een mannelijk perspectief te schrijven?

Ja, daar heb ik ook over nagedacht. In het dagelijks leven merk ik dat vrouwen vaak complexer, maar interessanter in elkaar zitten. Vrouwen zijn zoveel boeiender om over te schrijven dan mannen. Ik heb enorm veel sympathie voor vrouwen. In mijn volgend boek heb ik mezelf voorgenomen een mannelijk hoofdpersonage te nemen en dezelfde diepgang te geven. Volgens mij kan een auteur makkelijk de oversteek maken van een vrouwelijk naar een mannelijk personage.

Deze uitspraak deed je in 2020 na het winnen van De gouden strop: ’Ik heb ook wel last van het imposter-syndroom: misschien kan ik mijn job niet goed genoeg en houd ik iedereen maar voor de gek. Het is gewoon zo subjectief met schrijven, dat maakt je wel onzeker.‘ Is dat een gevoel dat vier jaar later nog heerst?

Ja, ik ben heel onzeker als een boek wordt uitgegeven, deze onzekerheid is soms wel slopend. Nu ga ik er al beter mee om dan met mijn eerste boek. Een van de weinige voordelen van oud worden is dat je beseft wat je waard bent. Sinds ik de Gouden Strop heb gewonnen ben ik iets zekerder geworden. Na het winnen van de prijs kon ik mezelf pas een schrijver noemen. Ergens is de onzekerheid ook positief, het houdt je scherp, maar het blijft vermoeiend.

Ik las op het internet dat je een literaire allesvreter bent, kan je de stadslezers een literaire tip geven?

Ik kan je de The Thursday murders club-reeks van Richard Osman aanbevelen. De verhalen gaan over enkele bejaarden en er loopt natuurlijk humor door. Ook de boeken van Terry Pratchett zijn aanraders, humoristische fantasy-verhalen met satirische verwijzingen naar onze wereld. En niet te vergeten de verhalen van Agatha Christie, ze heeft fantastische personages neergezet en met haar scherpe pen ontleedt ze de Engelse maatschappij op onnavolgbare wijze.

Bedankt Dominique voor dit fijne gesprek en veel succes met je nieuwe boek ‘De Christiemoorden.

Christiemoorden

© Roeland Van de Velde