"Met vallen en opstaan, en vooral ook: met luisteren en lachen" - interview met Jean Blaute

6 maart 2024

Door Tony Vanderheyden.

Voor Antwerpen Leest strijk ik neer in Leest, Mechelen. Ten huize van Jean Blaute: producer, liedjesmaker, multi-instrumentalist, mediafiguur, verteller en vooral: een fijne mens. Hij schreef met de hulp van Peter Van Dyck zijn memoires “Met Vallen en Opstaan”. Een heerlijk vlot lezend verhaal van een Zottegemnaar die opgroeit met muziek, over een tijdgeest en over het leven. Niet alleen een leesaanrader maar ook een muzikale boekvoorstelling. Een tournee die woensdag 13 maart halt houdt in Schouwburg Noord te Merksem.

“Bijna overal waar we spelen is het uitverkocht” zegt hij met glimlach en pretogen, “de show zelf verloopt bijzonder goed. Mensen zijn echt, ik mag dat in alle bescheidenheid, maar toch met zin voor realiteit zeggen, content. Dat vertellen ze me vaak achteraf bij het signeren van het boek”.

"Het eerste half uur, of 40 minuten” gaat hij gezwind verder, “ga ik in vogelvlucht over de hoofdstukken van het boek. Die ik natuurlijk niet voorlees, ik geef daar wat extra uitleg en vooral: er wordt veel gelachen. Ik heb geen tekst, dus het is iedere keer iets anders. In het tweede gedeelte speel ik wat liedjes, samen met Eric Melaerts.”

Jean, je hebt veel mensen, artiesten, mee richting gegeven met hun muziekjes. En nu zijn uw memoires daar, in een boeiend boek, waar je mee op tournee gaat. Hoe is het om met jezelf op de planken te staan?

De afgelopen jaren, zeker al zo’n vijftien jaar, zelfs meer, ben ik meer en meer op het podium, zelf op de voorgrond getreden. Tournees met Roland en twee met P.P. Michiels. Met Eric en met Jean-Marie Aerts, ..maar nu sta ik natuurlijk wel helemaal centraal. Nadat ik dus eerst wat verteld heb, over ‘Met Vallen en Opstaan’, speel ik in duo met Eric nummers die direct gerelateerd zijn aan mijn leven of aan het boek. Een weloverwogen keuze van nummers, die we allemaal spelen op onze eigenzinnige manier. Het is altijd weer wat anders en mensen voelen de spontaniteit. Het is geen comedyshow. Helemaal niet, maar ja, ik kan het vaak niet laten om de dingen een wending te geven. Of enigszins te relativeren op een Zottegemse manier.

Ja, daar in Zottegem liggen jouw roots. En daarop verdergaand, het gaat in je memoires natuurlijk over herinneren – het woord zegt het zelf. Houdt dat je bezig hoe je herinnerd wil worden en ook, is het juist dat je regelmatig optreedt voor mensen met dementie?

Ik heb eigenlijk voor het eerst in mijn leven een vaste job. Dus daarvoor moet je dan 70, 72 worden – lacht. Ik breng namelijk maandelijks een namiddag muziek en muziek gerelateerd entertainment. In een woonzorgcentrum in Neder-Over-Heembeek, maar dat is geen specifiek centrum voor mensen met dementie: gewoon oud en heel oud! Dus je moet daar wel wat rekening mee houden. Dat hun geheugen nu van korte duur is, maar wel heel ver terug gaat. Ik doe daar dan bij voorbeeld een muziekquiz. Ik zit aan een piano. Muziekjes uit de jaren 50 en 60. Want bij een vorige ervaring had ik geconstateerd dat de jaren 70 al redelijk modern waren. Ik had liedjes gekozen die ze allemaal kennen. Maar op de titel komen, dat is een andere zaak. Ze beginnen altijd mee te zingen. Vaak met een titel erin, maar die titel ontsnapt hen. Ik geef hen een ongelooflijke trage en gedetailleerde uitleg over hoe de quiz zal verlopen. Ik zeg dan ook: uw leven hangt er niet vanaf. En mocht dat wel het geval zijn... daar staan twee dokters voor u klaar. Met die onnozelheden wordt goed gelachen.

Hoe wil je eigenlijk zelf herinnerd worden?

(gaat vrolijk verder met zijn verhaal) Wel, ik heb daar al in het woonzorgcentrum eigenlijk een contract tot volgend jaar, januari. En dan zeggen ze...Oh, neen!. Ga je dan weg in januari? Ik zei, nee, dan kom ik hier wonen. Dan is het alle dagen quiz.

En hoe wil je dan herinnerd worden?

Hoe ik wil herinnerd worden? Goh... Daar heb ik niet over te beslissen, hè. In Zottegem waar ik al sinds 1976 weg ben, herinneren ze mij heel goed, dat merk ik als ik in de buurt speel. Vooral mijn ouders eigenlijk zijn bekend in Zottegem. En toen zei eens iemand... Jij gaat hier wel een straat krijgen, hè. Na je dood. Ik zei, nee, ik wil geen straat. Zo'n achterafstraatje, of ergens een nieuwe weg. Ik zei, ik wil een rond punt, en niet zomaar een. Bij het binnenrijden van Zottegem... aan het Egmondkasteel. Dat wordt de Jean Blaute Rotonde. (lacht) En daar stond een schepen bij en die zei... Ja, ja, we zullen daar rap werk van maken. Maar dat mag pas na je dood. Dus in Zottegem zal er geen probleem zijn om mij te herinneren. In de muziekwereld denk ik dat het vrij simpel zal zijn, dat men mij herinnert als een degelijke muzikant. Ik ben geen piano- of gitaarvirtuoos. En uiteindelijk toch als producer. Dat vooral. Dat zou ik ook het meest op prijs stellen.

Hoe luister jij?

Hoe luister ik – ja dat vraagt men vaker. Dat gaat ver terug. Ik ben van jongsafaan een aandachtige luisteraar. Mijn ouders hadden een platenwinkel. En mijn vader was een soundfreak. Hij had altijd de beste platendraaier, versterkers en speakers in de winkel. En in onze living. En er werd ook over gesproken. Mijn vader was muzikant, accordeonstemmer, reparateur. Hij was een audiofiel eigenlijk. En hij heeft dat ook van mij gemaakt. We gingen samen ieder jaar naar de Frankfurter Musikmesse. Daar hoorde ik de nieuwste instrumenten. En er heeft zich heel snel een tweede oor ontwikkeld. En dat heb ik nog altijd. Ik knoeide thuis al heel vroeg met twee bandopnemers, die ik aan mekaar koppelde om een soort multitrack te genereren. Met tonnen ruis erop.

De inspiratie kwam natuurlijk door te luisteren naar onder andere The Beatles. Vooral hun eerste stereoplaten. Die waren zo extreem stereo. Aan de ene kant de instrumenten, aan de andere kant de zang. Ik vond dat een zegen. Het was misschien niet echt zo geniaal om naar te luisteren. Maar voor mij was het perfect. Als ik de luidspreker aan de ene kant openzette, die waar ze zongen, dan kon ik hen begeleiden. En als ik de muziekkant, de instrumentenkant openzette, dan kon ik zingen met The Beatles. Dat scherpte mijn aandacht vooral naar de opnames. Hoe komt dat? Hoe doen ze het? En wie is die producer George Martin? Ik zag die naam altijd. Maar ik begreep het niet. Wat is dat eigenlijk een producer? Maar geleidelijk aan begon ik dat toch te snappen. Ik wilde eigenlijk vrij snel George Martin worden.

Je kon al eerder noten lezen, dan je woorden kon lezen, las ik in je boek.

Ja een beetje wel.

Maar het is wel een boek geworden. Had het dan ook een album kunnen worden? In songs, in nummers. Had je je memoires ook via een album kunnen vertellen?

Dat is een goede vraag (denkt na). Met nieuwe nummers?

Ja. Of met covers.

Maar dan opnieuw opgenomen. Ja. Daar zal ik eens goed over nadenken. U brengt me op ideeën. Ja. Ik had die vraag die je ervoor gesteld had, nog niet volledig beantwoord, van hoe luister je? Ik heb een knop namelijk, en dit gaat ook weer terug naar mijn jeugd in de platenwinkel. Je moest vroeger altijd een platenstukje opleggen voor de klanten. Daarom dat ik zoveel ken, of gehoord heb, ik zeg wel eens, in Zottegem heeft in die twee decennia nooit iemand een nieuwe plaat gekocht, want ik had ze altijd al gespeeld. Maar ik, ik kon toen al echt luisteren in functie van de klant, en ik heb dat nog altijd, ik kan echt luisteren, alsof er niets in de weg zit. Onbevooroordeeld, onbevangen.

Nu is er dus dit boek: je memoires ‘Met vallen en opstaan’. Ik vind het een goeie titel. En je zult die waarschijnlijk ook duiden tijdens je tournee. Maar ga je met die titel niet voorbij aan het feit dat niets vanzelf komt: jij hebt uren geluisterd, uren geoefend op instrumenten.

Ja, ja... ja. Die titel, dat is een ongelooflijk cliché.

En we gebruiken die uitdrukking elke dag of we lezen het. Met mijn uitgever Lannoo waren we naar titels aan het zoeken. En dat werd altijd maar gecompliceerder. En ik zei, ik wil iets simpels. En met vallen en opstaan klopt voor mij wel, zo is het leven. Het verwijst ook naar de koers. Ik ben een koersliefhebber. Dus wat doet een coureur? Als die valt, staat die op in de rijdt verder. En het verwijst ook naar het nummer ‘Tim’ van Wim De Craene. Maar het klopt wel dat het allemaal niet vanzelf komt. Dat is bij mij niet anders. Ik ben eerst begonnen op een blokfluit. En op mijn zesde volgde ik al pianoles bij een uitstekende klassieke pianiste. Dus daar ben ik helemaal toch heel ver in doorgegaan. Die heeft mij goeie pianotechniek geleerd. Tot ik, ja, fugettes van Bach speelde.

Blaute cover

Zonder ergens moraliserend te zijn, vind ik wel dat er levenslessen in je boek zitten. Zo lees ik ergens: het gaat erom mensen die iets kunnen, die een talent hebben, die iets kunnen wat jij niet kunt, iets te geven wat zij niet hebben. Of de anekdote van Toots Tielemans die op auditie ging bij Charlie Parker en alle mogelijke versies had ingestudeerd van een aantal nummers. Dat is weer een bewijs dat niets vanzelf komt.

Ik ken het verhaal van Toots heel goed. Gelukkig heb ik hem ook persoonlijk gekend. Hij heeft mij ook veel verhalen verteld. Wat die mens gedaan heeft. Gewerkt heeft. En geloofd heeft in zichzelf. Om er te komen. En om in Amerika aan de bak te kunnen komen. Wat een overgave je moet hebben. En dan met dat instrumentje. Dat mondmuziekje...

Een heel eenvoudige vraag. Hoe moet iets klinken?

Oh my. Men stelde de grote producer Quincy Jones voor de 3000ste keer die vraag. Producer wat is dat? Je kunt daar dus eigenlijk niet echt op antwoorden. Er bestaat geen formule voor. En hij zei. Well it's about sound and casting. Et voila. There you go. Iets moet geloofwaardig klinken. Geloofwaardig. Wat is dat? Neem Beyoncé of Jay Z. Je hoort dat er waanzinnig aan gewerkt is. En dat hoor ik graag. Omdat die muziek dat nodig heeft. Met die beats. En die sounds. Maar ik hoor ook heel graag, maar echt heel graag Ron Sexsmith. Zelfs als hij een liedje van The Hollies zingt in een hotelkamer op YouTube.

Je boek is bijzonder vlot leesbaar. Het gaat over u, maar het gaat ook over een tijdsgeest. Het gaat over ons allemaal. Hoe is het schrijfproces verlopen?

Het begint bij de vraag van de uitgever. Hij had mij jaren geleden, toen ik 65 ging worden, al de vraag gesteld. In de aanloop naar mijn 70ste, in de coronaperiode, werd ik heel ziek, ernstig ziek, mijn gewrichten, ik kon niet meer spelen. Ik ben nog altijd terug aan ’t opbouwen. En ja, 70 is eigenlijk de perfecte leeftijd. Denkend aan wat meneer Eyskens ooit zei: let op met uw memoires: schrijf ze niet te vroeg of je hebt geen vrienden meer. Schrijf ze niet te laat of je hebt geen lezers. Ik zei ja, maar mijn leven... dat moet dan een turf van drie-, vierduizend bladzijden worden, dat leest niemand en het gaat naast Het Verdriet van België belanden in de boekenkast.

Ik ben beginnen schrijven. Heel vlijtig. Ik doe dat graag, ik schrijf wel eens een column. En ik kwam heel snel uit bij Rocco Granata. Aan wie ik, als ik het over mijn studiocarrière heb, heel veel te danken heb. Ik denk dat ik 120 A4's al geschreven had over Rocco. Ik stuurde die naar de uitgever. Hij zei, Jean, het boek moet niet over Rocco gaan. Hij heeft al een boek. Het is zelfs verfilmd hoor, Marina. Ik zei, oh shit ja. Nee, zo moet het niet gaan. Ik begon verder te klooien in mijn verleden. Maar je eigen leven, herleven op papier, dat bleek nog moeilijker te gaan dan ik verwacht had. Ik vond ook niet allemaal interessant wat ik schreef. Of ik vroeg mij af, is daar iemand in geïnteresseerd? Wat ik nu vertel over mijn moeder in Zottegem. Of over mijn vader in Wallonië. En ik begon te twijfelen. En dan werd ik ook heel erg ziek. Dus ik belde naar de uitgever, die mij een voorschot had gegeven. Ik zei, ik ga dat zo meteen terugstorten. Nee, zegt hij, ik ga je hulp sturen. Ik dacht, een psychiater of zo. Maar het bleek Peter van Dyck te zijn. Toen zei ik, yes, met die wil ik het wel doen.

Je kende hem al?

Ik had hem één keer ontmoet. Maar ik heb wel een paar boeken van hem gelezen over muziek. Ik vind dat hij fantastisch goed over muziek schrijft.

Ten slotte, er staat ook een opmerkelijk citaat in van je moeder: “Het is niet de schuld van Eddy Wally dat de mensen geen muziek kopen van Miles Davis”

Dat is een zeer bepalende, ja levensbepalende les geweest. Een harde slinger die ik in mijn gezicht heb gekregen van mijn moeder. Mijn altijd aanwezige moeder. Die bijzonder grappig was, maar ook bijzonder scherp en analytisch. Als het over de mens gaat. En dat is echt gebeurd, ik stond in de winkel, het was marktdag. En dan komen die mensen, voordat ze de bus opstappen, voor een plaat van Eddy Wally. En ik kon Eddy Wally niet uitstaan. Ik was vijftien jaar. Op die leeftijd ben je ook balorig. Ik kon hem absoluut niet hebben. Ik luisterde naar Frank Zappa. Ik luisterde naar Miles Davis. Ik luisterde naar Beethoven. En dan komen ze met Eddy Wally af. En dan moet je zo braaf een plaat van Eddy Wally streepje voor streepje op die LP laten horen. En ik deed dat nogal grof. En ik gooide die plaat in een papieren zakje. 275 frank. Heel kort. Mijn moeder zat te luisteren achter het muurtje. In haar bureautje. En toen die vrouw buiten was, zei ze... Jean, het is niet de schuld van Eddy Wally dat de mensen geen plaat kopen van Frank Zappa en Miles Davis. En dat was werkelijk een natte dweil in mijn gezicht. Mijn moeder was altijd zo lief met mij. Ook op dat moment was ze lief. Ze wou mij iets bijbrengen. En ze heeft mij iets bijgebracht. Dat is mijn levensadagium geworden. Dat is niet te geloven. Op die leeftijd gebeuren er dingen die bepalend zijn voor de rest van je leven. Binnen de seconde.

En is dat misschien ook de reden waarom je vandaag nog altijd open staat voor wat zich aanbiedt.

Dat is zeker. Ja. Want ik kan wel eens een grap maken. Onder vrienden en ook soms publiek. Een flauwe grap over bijvoorbeeld De Romeo's. Maar eigenlijk, in wezen lach ik de Romeo's niet uit hoor. Ik gebruik hen om iets te genereren bij de mensen. Om de lach te genereren. En ik voeg er daar gauw aan toe: ik heb niets tegen De Romeo’s. En dat klopt. Ik zal er mijzelf altijd voor excuseren als ik er een grap zou over maken. Ja. Dat is mijn opvoeding. Maar dat is niet gewoon de jarenlange opvoeding. Het is eigenlijk dat moment van die natte dweil.

______________________________________________________________________

Op woensdag 13 maart is Jean Blaute met zijn muzikale boekvoorstelling "Met Vallen en Opstaan" te gast in Schouwburg Noord in Merksem.

Info en tickets: Noord (schouwburgnoord.be)