Interview met Sophie en Fatima, auteurs van "Alle moeders wenen dezelfde tranen"

4 april 2022

Twee vrouwen verenigd door de gruwel. Twee krachtige stemmen over pijn en schaamte. Sophie Pirson heeft een dochter die zwaargewond raakte bij de aanslagen van 22 maart 2016 en Fatima Ezzarhouni heeft een zoon die vertrok naar Syrië. Deze twee moeders die op het eerste gezicht weinig gemeen hebben met elkaar, vinden elkaar in hun zoektocht naar wat het is om een mens te zijn en lief te hebben. Twee moeders die samen wenen maar ook tonen dat je met gekwetste vleugels toch hoop en toekomst kunt doorgeven.

Stadslezer Katja Verbeeck sprak deze twee dames in de Roma, op hun boekvoorstelling “Alle moeders wenen dezelfde tranen”.


Kunnen jullie in het kort vertellen wie Fatima en Sophie zijn?

Fatima: Ik ben Fatima, ik woon in Antwerpen en ik ben mama van 3 kinderen waarvan mijn oudste zoon 9 jaar geleden naar Syrië is vetrokken, toen is mijn hel begonnen, mijn nachtmerrie. Vorig jaar is hij gestorven, in de gevangenis, aan zijn verwondingen die hij had opgelopen. Ik en Sophie zijn de auteurs van het boek.

Sophie: Ik ben Sophie, mama van 2 dochters en 4 kleinkinderen. Ik werk in een museum voor Hedendaagse kunst in Charleroi en ik woon in Brussel. Mijn dochter is zwaargewond geraakt bij de aanslagen in Brussel, Maalbeek.”

Vanwaar de titel “Alle moeders wenen dezelfde tranen”?

Sophie: “Dat is een zinnetje dat ik gezegd heb tijdens een interview. Als er iets gebeurt met onze kinderen, dan zijn de ouders kapot van verdriet en dan maakt je afkomst of religie niets uit. We willen met de titel aangeven dat de wereld een gevaarlijke plek kan zijn. In de eerste plaats willen we onze kinderen en kleinkinderen meegeven wat we kunnen, zodat zij later in het leven obstakels op tijd kunnen herkennen en ontwijken.”

Fatima: Sophie en ik hebben allebei iets vreselijks meegemaakt met onze kinderen, ook al maakten we niet hetzelfde mee. Daarom zeggen we ook dat alle moeders dezelfde tranen wenen. Ik keur niet goed wat mijn zoon heeft gedaan maar ik zal altijd van hem blijven houden. De dochter van Sophie werd zwaargewond tijdens de aanslagen. Maar wij als moeders houden van onze kinderen en ervaren dezelfde pijn. Het ergste is ons overkomen en dat zal elke moeder beamen.’

Waarom is er dit boek gekomen?

Fatima: Wij hebben elkaar ontmoet op een bijeenkomst die families van geradicaliseerde jongeren samenbrengt met slachtoffers van aanslagen, zowel voor de mensen van de aanslagen in Brussel als die van Parijs. Ik was al lang van plan een boek te schrijven, over mijn leven, maar ik heb de stap nooit genomen tot Sophie naar me toe kwam op die bijeenkomst en me vroeg om samen een boek te schrijven. Dat was alsof het zo moest zijn, er was meteen een klik en een gevoel dat ik dit moest doen. Wij zijn twee moeders die iets konden doen voor de buitenwereld en dat was voor mij belangrijk.”

Sophie: Het idee achter het boek is niet om een relaas te geven van onze ontmoetingen en ervaringen maar het is echt om iets door te kunnen geven, in de eerste plaats aan onze eigen kinderen en kleinkinderen, maar gaandeweg ook breder met het idee van hoe je van een dramatische situatie toch iets mooi kan maken om door te geven.”

Het feit dat jullie alle twee moeders zijn en allebei die drang hadden om iets door te geven, heeft dat de doorslag gegeven om het boek te maken?

Fatima: Ik denk het wel want zoals de titel het zelf zegt, alle moeders wenen dezelfde tranen. Als er iets gebeurt met je kind, stopt je wereld, er is niets ergers dan dat. Sophie en ik hebben iets dramatisch meegemaakt en wij willen niet in een hoekje gaan zitten huilen. Ik heb de eerste twee jaar gehuild. Ik huil nu nog maar na twee jaar was ik klaar om iets te doen, iets te betekenen. Dit mag een andere familie niet overkomen! Niemand wil zijn kind naar Syrië zien vertrekken. Maar ik dacht ook aan de andere kant van het verhaal. Ik wil voorkomen dat andere jongeren dit ook doen en als we dit samen vertellen dan is dat iets krachtig.”

Op welke manier verbindt jullie verhaal jullie met elkaar?

Fatima: Het is niet alleen ons verdriet of onze kinderen die ons bij elkaar bracht, maar wij delen ook veel positieve en leuke dingen. We zijn niet altijd aan het huilen. Vorige keer dat we elkaar zagen zijn we op één dag naar een bakkerij gegaan, daarna naar een hammam en dan naar een joods restaurant. We hebben alle godsdiensten gedaan op 1 dag. Ik probeer te overleven maar ook om een beetje te leven.”

Sophie: Er zat een taakgerichtheid in onze ontmoetingen, ik schreef telkens neer wat ik deed met Fatima tijdens onze ontmoetingen en ik stuurde haar mijn verhalen dan door en zo ontstond het boek. Tijdens het maken van het boek is ook onze vriendschap gegroeid. “

Sophie, jij schreef teksten over jullie ontmoeting en gesprekken maar hoe is het dan tot een boek kunnen komen?

“Het is heel systematisch gegaan. Als we samen kwamen stelden we vragen aan elkaar, om elkaars leven beter te leren kennen. Telkens als ik Fatima zag nam ik onze gesprekken op en als ik dan thuiskwam schreef ik ze uit. Als we elkaar dan terugzagen liet ik de geschreven teksten lezen. Zo groeide dit boek.”

Het boek is geschreven in de jij vorm, Sophie. Waarom?

“Het gebruik van jij is een vorm die ik gezocht heb omdat ik me betrokken wou voelen met Fatima. Er was ook een band ontstaan en met de jij vorm wou ik het boek een beetje aan haar richten en persoonlijker maken.”

Fatima, 7 keer de dood van je zoon moeten vernemen en dan telkens beelden zien vanuit de gevangenis, wat doet dat met jou als mens en als moeder?

Een verschrikkelijk gevoel is dat. Toen ze mij de eerste keer zeiden dat hij dood was heb ik een whatsapp gestuurd naar mijn zoon omdat ik niet kon geloven dat hij echt gestorven was. Twee dagen later stuurde hij me dan terug dat hij nog leefde. Zo ging het ook de tweede en derde keer. Na de derde keer is het contact verbroken, ik denk dat hij geen contact meer mocht opnemen met mij. Alle volgende keren heb ik zijn dood moeten vernemen via sociale media en via de pers dus na een tijd geloofde ik dat niet meer. Toen ik dan vorig jaar vernam dat mijn zoon nu echt dood was ben ik gecrasht en heb ik twee maanden in het ziekenhuis gelegen. Ik had al zoveel keer vernomen dat hij overleden was, mijn familie en vrienden hielden telkens een begrafenis en elke keer hebben we dan afscheid genomen van mijn zoon. Om dan even later te zien dat hij toch nog leefde. Ik zag beelden van hem in de gevangenis. Niemand wil zijn kind zo zien!”

Wat willen jullie bereiken met het boek?

Fatima: Wij willen een boodschap brengen, naar onze kinderen en kleinkinderen toe maar ook naar de buitenwereld. We willen streven naar de waarden en normen van de mensheid. Wij zijn twee uitersten maar wij hebben alles naast ons neergelegd en gezegd om voor de vrede te gaan. We zijn vriendinnen geworden die respectvol met elkaar omgaan. Vriendschap en liefde staan centraal.”

Sophie: Ik had gehoopt sneller een ruimer publiek te bereiken met het boek. Het boek is nu een half jaar uit en de aanvragen van scholen en organisaties voor een interview of boekbesprekingen beginnen binnen te komen dus dat is positief. Ik hoop dat de boodschap van het boek de boodschap van hoop uitstraalt. Misschien is dat een beetje te hoog gegrepen om te denken dat we met het boek iets van verandering zou kunnen brengen.”

Wie of wat gaf jullie de kracht om dit boek te schrijven?

Fatima: We gaven elkaar die kracht.”

Het verhaal wordt telkens opnieuw beleefd als je het boek uitschrijft, je kijkt terug op de pijnlijke gebeurtenissen. Welk effect heeft dat gehad op jullie en werkte het therapeutisch?

Sophie: Voor mij was het schrijven minder ingrijpend omdat ik al een klein boekje geschreven had over de periode dat mijn dochter na de aanslagen in het ziekenhuis lag. Dus hierdoor had ik dit al een beetje verwerkt toen ik aan dit huidig boek begon. Wat ook geholpen heeft is dat het schrijven van het boek niet alleen ging over de pijnlijke momenten en ervaringen maar ook dat we gedeeld hebben hoe we in het leven staan.

Fatima: Met elkaar beter te leren kennen hebben we gemerkt dat we ook veel gemeenschappelijk hebben. Mijn verjaardag is ook de geboortedag van Sophies kleinkind, bij voorbeeld.”

Wie was de eerste persoon die jullie boek las toen het klaar was?

Fatima: Mijn kinderen waren de eersten die het boek lazen. Bij Sophie was dat Marijke, onze tolk die het boek vertaalde van het Frans naar het Nederlands. Tijdens het schrijven liet Sophie wel al stukjes lezen aan een goede vriendin.”

Hebben jullie een favoriete schrijfplek?

Sophie: De trein en de keuken waren mijn schrijfplekken.”

Fatima, je zei eerder tegen mij dat je wil dat jullie vriendschap betekenis heeft voor andere mensen en dat jullie ook samen gaan praten over jullie ervaring in scholen, jeugdcentrums en zelfs in gevangenissen. Waarom vind je dat zo belangrijk?

Het vraagt veel energie om telkens naar het verleden te gaan maar als ik de reacties zie van de jongeren of van de mensen in de gevangenis dan ben ik trots op mezelf dat ik iets goed heb gedaan. Als ik met mijn verhaal 1 jongen of meisje kan redden dan is mijn verdriet toch voor niets geweest.”

Stel dat jullie boek verfilmd zou mogen worden, welke acteurs zouden jullie een rol willen geven? Fatima: Katja, ons boek wordt verfilmd. En de rollen in de film worden door mij en Sophie gespeeld. Het is geen simpele film en het is zwaar werk maar ze hebben ons gevraagd om in de film ons zelf te zijn en dan vinden we ook dat we daar geen andere acteurs voor moeten inschakelen. Wij volgen heel het verhaal zoals in het boek, we gaan filmen in Antwerpen en Brussel maar ook in Marokko. Het is een Grieks- Franse productie.”

Als laatste vraag, wat hopen jullie voor de toekomst?

Sophie: Het is moeilijk om een toekomst in te beelden. Persoonlijk gaat het wel goed maar ik ben bezorgd over de toekomst van de wereld.”

Fatima: Ik heb nog twee kleinkinderen die geboren zijn in Syrië en ik hoop die ooit te ontmoeten. Ik hoop ook dat ze dat land mogen verlaten want daar ben ik enorm bezorgd over.”

Heel erg bedankt dames!


Benieuwd naar het boek?
Katja schreef ook haar leeservaring neer, bij de leestips: https://www.antwerpenleest.be/...