Het aarzelend schrijven

19 maart 2021

Stadslezer André Oyen schrijft in deze column over boeken, auteurs en alles wat hier verband mee houdt.

Renate Maria Dorrestein (Amsterdam, 25 januari 1954 - Aerdenhout, 4 mei 2018) was een Nederlandse schrijfster, journaliste en feministe. Ze gold als een belangrijke stem uit de Nederlandse letteren. De keren dat ik haar mocht interviewen kwam ze bij mij over als een sterke maar ook aangename persoonlijkheid.

Ze ging als leerling-journalist werken bij Libelle en Panorama. Door de vele reizen die ze kon maken voor het blad en de ervaringen die ze opdeed, werd haar persoonlijkheid en daardoor ook haar schrijfstijl gevormd. In 1977ging ze freelance schrijven. Midden jaren zeventig was Dorrestein al samen met een vriendin, Liesbeth Hendrikse, het productiebureau Proburo gestart, dat bijlagen verzorgde voor tijdschriften. In de periode 1977 1982 publiceerde ze in Het Parool, Viva, Onkruid en Opzij. Ze was in 1986 betrokken bij de oprichting van de Anna Bijns Stichting, die elke twee jaar de Anna Bijns Prijs uitloofde voor "de vrouwelijke stem in de letteren". Ze werd 'ambassadeur' van het feministische online-tijdschrift LOVER.

Als romancier debuteerde Dorrestein in 1983 met Buitenstaanders. Naast vele romans schreef ze twee autobiografische boeken: Het perpetuum mobile van de liefde (1988) over de zelfmoord van haar jongere zus in 1981, die op haar persoonlijkheid en schrijverschap van grote invloed is geweest, en Heden ik (1993) over de ziekte ME die zich in 1991 bij haar aandiende en die ruim tien jaar haar leven beheerste. Ze richtte in 1993 het ME-Fonds op ter bevordering van onderzoek naar ME/CVS. Het moest door geldgebrek worden opgeheven in 2004.

In 1993 ontving Dorrestein de Annie Romeinprijs voor haar hele werk. Verder kreeg ze voor Een sterke man een nominatie voor de Libris Literatuur Prijs, en een nominatie voor de publieksprijs van dagblad Trouw voor Een hart van steen. In 2002 werd Zonder genade genomineerd voor de AKO Literatuurprijs. Ook kreeg ze twee internationale nominaties. Ze schreef op uitnodiging van de CPNB het Boekenweekgeschenk van 1997 Want dit is mijn lichaam en het Boekenweekessay van 2008 Laat me niet alleen.

Veel van haar boeken zijn vertaald. In veertien landen (o.a. de VS en Japan) zijn romans van Dorrestein verschenen. In september 2017 maakte Dorrestein publiekelijk bekend dat zij aan een agressieve en ongeneeslijke vorm van slokdarmkanker leed. Ze overleed op 4 mei 2018.

Toen ik het nieuws van haar dood vernam was ik net haar literaire biografie Dagelijks werk aan het lezen. Alhoewel ik van haar terminale ziekte op de hoogte was kwam haar overlijdensbericht toch als een mokerslag. Ik heb heel veel van haar gelezen en ik heb haar enkele malen geïnterviewd en in beide zaken kwam ze heel sterk over. Dagelijks werk is een literaire autobiografie die scherp, grappig en inspirerend is, kenmerken die we in haar hele werk terugvinden. In Dagelijks werk heeft Dorrestein niet eerder gebundelde stukken of artikelen die in obscure uitgaven waren gepubliceerd samengebracht. Het levert een ‘schaduwoeuvre’ op waarin de thema’s uit haar romans opduiken, zoals de seksualisering van de maatschappij die naar voren komt in Echt sexy. Een poging om het boek te verspreiden onder alle leerlingen liep echter spaak bij de minister van onderwijs Ronald Plasterk. Of het thema van de menopauze dat in geen enkel Nederlands boek aanwezig is en door Dorrestein in M’n zoon heeft een seksleven en ik lees m’n moeder Roodkapje voor, wel verwerkt is. In 1998 schreef Dorrestein een stuk tegen de verhuftering op televisie en Paul de Leeuw was haar belangrijkste tegenstander. Twintig jaar later lijkt het verleden dankzij de sociale media nog paradijselijk, en daarom schrijft ze ook: 'Mij lukt het steeds minder me geborgen te voelen in een samenleving die leedvermaak beschouwt als een blijk van brille en nastrevenswaardige onconventionaliteit.' De bundeling begint met een ode aan de schrijver van wie Dorrestein het meest heeft geleerd: Kurt Vonnegut. Zijn belangrijkste les is: ‘hoe serieus een onderwerp ook is, je kunt er lichtvoetig over schrijven.’ Dat blijkt ook weer uit de inleidingen die Dorrestein schreef bij de stukken in dit boek. Serieus, maar met de nodige zelfrelativering. Al in de inleiding vertelt ze dat haar roman 'Reddende engel' (2017) het sluitstuk vormt van een uitgebreid oeuvre. Het boek was al grotendeels klaar toen bij haar slokdarmkanker werd geconstateerd. Ze hoefde na een intense chemokuur enkel nog het laatste hoofdstuk te voltooien. Gelukkig heeft ze nog de tijd gehad om haar archief te ordenen: notities bekijken, brieven herlezen, computerbestanden al dan niet deleten, om vervolgens een handvol teksten te selecteren die voor publicatie in aanmerking komen. De auteur heeft zich realiserend dat ze geen lang leven meer voor de boeg heeft van 'Dagelijks werk', zonder de minste vorm van zelfbeklag, een terugkijk op haar schrijversleven gemaakt. Zo wordt deze een autobiografie één lange ode aan het schrijverschap.

Een van haar populairste romans was wellicht ‘ Een hart van steen’ dat grote internationale belangstelling kreeg. De vertaalrechten van dit boek werden verkocht aan meer dan tien verschillende landen. Dit boek heeft een uitgesproken Dorrestein-thema: de spookgestalten van het gezin, maar ook heel letterlijk de spoken, de griezeligheden, de duistere dingen, de narigheid die kinderen kunnen overkomen en te vaak voorkomen binnen een gezinssituatie die veilig en warm zou moeten zijn. Ook andere titels werden en worden veelvuldig aan het buitenland verkocht.

Van 1986 tot 1987 was zij als writer-in-residence verbonden aan de University of Michigan in Ann Arbor (VS). In 1991 werd zij uitgenodigd deel te nemen aan het fameuze International Writers’ Program van de University of Iowa. In 2000 gaf ze met Het geheim van de schrijver fans en beginnende schrijvers een kijkje in de keuken van het schrijverschap. Ze baseerde dat boek ondermeer op haar ervaringen als schrijfdocente. Ze was ook gastschrijver aan de Sorbonne in Parijs (2001) en aan de Universiteit Leiden (2007). Tevens was zij in 2010 gastschrijver aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Vanaf augustus 2013 was zij een jaar gastschrijver in Almere. Dat resulteerde in de roman Weerwater (2015), waarin de hele wereld vergaat en alleen Almere blijft bestaan. In de zomer van 2015 bracht de VVV in Almere op verzoek van veel lezers de Weerwaterroute uit, die langs de locaties uit het boek voert.

Renate Dorrestein, de ik-figuur en tevens verteller van het verhaal, mag een writer-in-residence in Almere worden. Haar familie kan zich absoluut niet voorstellen dat Almere een stad is die inspiratie voor een nieuwe roman kan opleveren. Eenmaal verhuisd naar Almere, lijkt het in het begin moeilijk aarden voor de schrijfster. Vreemde mensen die haar hoopvol aankijken en haar mededelen dat ze haar laatste boek hebben gelezen. Er wordt nogal wat verwacht van de roman die in Almere geschreven zal worden. Maar dan vergaat de wereld. Op één stad na: Almere. Als de stofwolken zijn opgetrokken, blijken er nog maar een paar duizend inwoners over. Het zijn voornamelijk vrouwen, onder wie gastschrijfster Renate Dorrestein. De schaarse overlevende mannen zijn ontsnapte gevangenen, waaronder zware criminelen.

'Weerwater' is een intelligente roman die door de vakkundigheid van de auteur, een verfrissende mix van sciencefiction, avontuur, psychologische, filosodische en mythologische verwijzingen bevat. De roman 'Weerwater' is een even humoristische als schrijnende vertelling geworden over uitzichtloosheid en hoop, egoïsme en opoffering, van een schrijfster die zelfs over een writersblock ('De blokkade') een ongemeen sterk boek kon schrijven.

Een grappig en boeiend non-fictie boek over een writersblock schrijven leek mij tot voor kort iets onmogelijk. Maar door het lezen van ‘De blokkade’ ben ik daar wel heel anders over gaan denken. Na haar vorige, geestige, goed onthaalde roman De stiefdochter overkomt schrijfster Renate Dorrestein iets vreemds. Ze begint monter aan een nieuw verhaal, met werktitel De schoondochter maar het schrijven wil niet vlotten. Er overvalt Dorrestein een gevoel van walging bij het idee alleen al om fictie te schrijven. Overmand door een gevoel van liefdesverdriet gooit ze een half jaar werk in de prullenbak. Ze licht haar uitgever in dat er geen nieuwe roman gaat komen en ze besluit haar creatieve blokkade in de ogen te kijken. Een jaar lang wijdt ze zich aan niets anders. Ze ontdekt dat beroemdheden als Hemingway, Nijhoff, Vonnegut, Rachmaninov en Da Vinci er ook mee kampten, maar dat gegeven biedt weinig troost. Want wat houdt een blokkade precies in? En nog belangrijker: hoe kom je ervan af? Ze gaat te rade bij collegaschrijvers (die er liever niet over spreken), een hersenwetenschapper, een psycholoog en een filosoof. In De blokkade doet ze verslag van haar zoektocht, waarmee ze lezers een intieme blik gunt op het ambacht, de angsten én het grote geluk van het schrijverschap. Het is non-fictie die opgebouwd is als een mooi doorleefd verhaal met een open eind, dat iedere passionele lezer zou moeten lezen om te beseffen dat schrijven meer lijden dan leiden is.

Op uitnodiging van schrijversvereniging PEN correspondeerde Renate Dorrestein in 2014 en 2015 langdurig met de dissidente Chinese schrijfster Liu Di. Het doel: laten zien wat censuur betekent voor het alledaagse leven van de Chinese schrijvers die erdoor getroffen worden. Daarover publiceerde zij de longread Penvriendin in China, het verslag van een maanden durend, uiterst wonderlijk gesprek tussen een Nederlandse schrijfster uit Aerdenhout, ‘een compleet witte en geprivilegieerde enclave’ en een jonge Chinese sciencefiction auteur die antwoordt ‘als een Chinese basisscholier die huiswerk maakt: ik wil het niet doen maar het moet’.

In 2004 verfilmde Paula van der Oest Dorresteins roman Verborgen gebreken. Haar werk was vooral bij Duitse cineasten gewild. Zo verscheen in 2011 de Duitse verfilming van ‘Mijn zoon heeft een seksleven en ik lees mijn moeder Roodkapje’ voor.

Zelf las ze op CD Het Hemelse Gerecht uit 1990 voor, waarin slapstick en drama in een geëxalteerde geschiedenis samengaan. Twee zussen baten samen een exquis restaurantje uit en worden daarin bijgestaan door hun gezamenlijke minnaar. De zaken gaan uitstekend, de zussen zijn perfect op elkaar ingespeeld, de minnaar annex koksmaat komt aan de behoeften tegemoet. Tot hij besluit zijn dubbele job op te zeggen. Impulsief en drastisch besluiten de zussen dat hij niet over die vrijheid kan beschikken en sluiten hem op de zolder op. Voorgoed.

Al in de jaren tachtig wees Hella S. Haasse er op dat Dorresteins romans veel kenmerken vertonen van het genre dat ‘gothic novel’ (gotieke roman) of ook wel ‘female gothic’ (vrouwelijke gotiek) wordt genoemd. Dit genre is in de achttiende eeuw in Engeland ontstaan, toen veel vrouwen ontevreden waren over hun rol in de maatschappij, maar daar nog niet openlijk over konden schrijven. Dorrestein is de eerste Nederlandse auteur die in deze traditie te plaatsen is en die er een moderne draai aan heeft gegeven.

In 2011 promoveerde Agnes Andeweg op de gotieke elementen in ondermeer Dorresteins werk. Een handelseditie van haar proefschrift Griezelig gewoon verscheen bij de Amsterdam University Press.

Daarnaast liet Dorrestein als geen ander zien dat ‘het kwaad’ zich meestal dicht bij huis bevindt, ook in ogenschijnlijk doodgewone en vertrouwde omstandigheden. De machtsverhoudingen binnen het gezin en de wijze waarop kinderen zijn overgeleverd aan hun ouders, behoren tot haar favoriete thema’s. Er zijn weinig auteurs die zich zo goed in kinderen kunnen verplaatsen als zij en die er zo levensecht over schrijven.

Al zijn haar onderwerpen meestal aangrijpend, Renate Dorrestein schreef er opvallend lichtvoetig over. Een van haar meest uitgesproken stijlkenmerken was haar humor. Ze ging absurditeiten niet uit de weg en bediende zich van ironie. De daarbij behorende elementen als overdrijvingen, tegenstrijdigheden en paradoxen zijn volop aanwijsbaar in de meeste van haar werken. Opvallend in veel van haar boeken is ook het suggereren van gebeurtenissen. Deze worden niet expliciet genoemd, maar er worden voldoende aanwijzingen gegeven om de lezer zijn of haar eigen conclusies te laten trekken. Dat maakt Dorresteins werk bijzonder spannend.

André Oyen