"Empathie als brug naar het verleden" - interview met Aline Sax over haar nieuwste boek 'Wat ons nog rest'

11 december 2023

Door Annika Cannaerts. Foto: Koen Broos.

Aline Sax (Antwerpen, 1984) is historica en schrijver van historische romans. Ze debuteerde al op haar vijftiende en heeft sindsdien een indrukwekkend oeuvre opgebouwd. De lijst met nominaties voor prestigieuze prijzen is zo mogelijk nog langer. Hoewel ze wordt gezien als een jeugdauteur, zijn het vooral volwassenen die haar gretig lezen.

Haar nieuwe roman Wat ons nog rest voert ons mee naar de allesverwoestende laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog. Een zeventienjarig Duits meisje probeert te overleven in de ruïnes van Berlijn, als de Russen de stad binnenvallen.

Ik maakte het nog niet eerder mee, dat een historische roman me zo aangreep. Achteraf had ik het gevoel dat ik er echt bij was geweest. Is dat eigenlijk niet de enige of de beste manier, vraag ik me af, om de geschiedenis echt te laten beleven, door die verhalend te brengen?

Ik geloof heel sterk in de kracht van fictie om de geschiedenis over te brengen, ja. Als je die afstand wil overbruggen met het verleden, als je mensen wil begrijpen die ver van ons afstaan in de tijd, is een goede historische roman de beste manier om je daarin te kunnen inleven. Als historica vind ik historische feiten en analyses ook belangrijk, maar als je echt wil doorgronden waarom mensen vroeger zo handelden, dan kom je er niet met feiten en cijfers. Dan heb je empathie nodig. En dat kan fictie als de beste. Ik vind het dan wel belangrijk dat die historische fictie goed gemaakt is, dat ze klopt met de historische context, dat ze een waarachtig beeld schept.

Het lijkt me moeilijk om personages te schetsen die in een totaal andere tijd en maatschappij leefden?

Dat is het lastigste, maar wel het belangrijkste van goede historische fictie. De juiste mentaliteit capteren. Je kan niet gewoon 21ste-eeuwse personages in een historisch decor plaatsen, hen kleden in de mode uit die tijd en hen een paar ouderwetse woorden in de mond leggen. Dat maakt nog geen historische roman. Mensen van vroeger zijn au fond dezelfde mensen als wij. Ze werden verliefd, hadden dromen, angsten of waren onzeker. Maar de context waarin je leeft, bepaalt fundamenteel hoe je denkt, wat je doet, wat wel of niet kan in die maatschappij. Daarom is het zo belangrijk om de mentaliteit van een bepaalde periode te kennen. Als je zelf kan denken binnen dat kader, kan je je inleven in de keuzes die onze voorgangers maakten. Ze worden dan minder vreemd, ze worden mensen zoals wij.

Dat is de kracht van literatuur misschien, dat we dat empathisch vermogen al lezend kunnen ontwikkelen.

Dat empathisch vermogen van literatuur helpt niet alleen om de geschiedenis beter te begrijpen, maar kan je ook inzetten om genuanceerd te kijken naar de huidige oplaaiende conflicten. Of om empathie te voelen voor mensen in je omgeving die op het eerste gezicht heel anders zijn dan jij. Het is van alle tijden dat mensen heel straffe overtuigingen hebben die ons vreemd lijken als je er zelf niet echt mee te maken hebt. Eerst moet je het hele plaatje zien, de context en de achtergronden, dan pas kan je je inleven in de ander. Misschien kan je dan ook begrijpen hoe moeilijk het is om van een denkbeeld af te stappen. Begrijpen betekent niet dat je het moet goedkeuren. Dat vind ik wel een belangrijke. Maar je proberen te verplaatsen in een ander helpt om het grotere plaatje te zien. Als je de ander alleen maar demoniseert, begrijp je de geschiedenis niet. De eerste vraag die ik mezelf altijd stel bij een conflict is ‘Waarom doet hij/zij dit?’

Ik kwam dingen te weten die ik nooit leerde bij de geschiedenislessen op school. Die massale zelfmoorden in de dorpen bijvoorbeeld. Ik dacht eerst dat dat fictie was, maar het is gewoon effectief zo gebeurd.

Dat is niet verzonnen, soms is de geschiedenis wreder dan de fictie. De angst voor de Russen was zo groot dat er dorpen waren waar mensen daadwerkelijk collectief zelfmoord pleegden. Vrouwen die samen met hun kinderen met rugzakken vol stenen de rivier in gingen, ouders die hun kinderen cyanide gaven, echtparen die zich samen ophingen. Hallucinante verhalen zijn het. Om te begrijpen waar dat vandaan komt, moet je de maatschappelijke context snappen. Twaalf jaar lang waren die mensen gebrainwasht door een alomvattende ideologie die nu op het punt stond te verdwijnen. Alles waarop hun leven gebouwd was, stortte in elkaar. En wat in de plaats kwam – de Russen, het communisme – was twaalf jaar lang als de grootste nachtmerrie omschreven. Was hun angst gegrond? Ze was wel reëel.

We zien alles door de ogen van een zeventienjarige Duitse, iemand die aan de ‘verkeerde’ kant van de geschiedenis staat. Dat is geen evidente keuze.

Die inleving moet je niet alleen proberen te voelen voor diegenen die aan de ‘goede’ kant van de geschiedenis staan, hé. Wat dat allemaal deed met de mensen die aan de verkeerde kant van de geschiedenis stonden, vind ik ook interessant. Je moet jezelf de vraag durven stellen: ‘Zou dit mij ook kunnen overkomen?’ De veilige conclusie is dat het jou nooit zou kunnen overkomen. We denken graag dat we niet beïnvloedbaar zijn en onverwoestbare principes hebben, maar zou dat ook nog zo zijn in een andere setting en maatschappelijke context? Het is te makkelijk om te zeggen dat Hitler een soort van Satan was en alle Duitsers die zelfmoord pleegden, fanatici. Het is veel complexer dan dat. We moeten durven kijken naar welke factoren allemaal meespeelden. Dat systeem bestond niet op zich, dat werd vorm gegeven door mensen.

Ik vind je boek ook zo geslaagd omdat we alles zien vanuit het perspectief van een Duits meisje, een originele invalshoek. Ze wordt verkracht door dronken Russen en besluit om de stad uit te vluchten, samen met duizenden anderen. De scène waarin ze verkracht wordt is een mokerslag. Dat heb je ijzersterk geschreven, vind ik.

Tijdens die laatste dagen blijven enkel nog de vrouwen over in de ruïnes van Berlijn en zij moeten zorgen dat ze overleven. En dan trekken de Russen plunderend en verkrachtend binnen. Die verkrachtingen hebben weinig te maken met seks of lust, maar passen in een oorlogslogica, het is een wapen om zowel de vrouwen te vernederen als de Duitse mannen, die er niet zijn om hun vrouwen te beschermen. In de maatschappij van toen heerste nog veel meer het mannelijke ideaal waarbij de man de vrouw beschermde, en dat werd daar volledig aan diggelen geslagen. De ervaringen van vrouwen worden tijdens een oorlog altijd onderbelicht. Oorlog is een mannenverhaal, maar net daardoor zijn vrouwen misschien wel de grootste slachtoffers.

Alweer, hoe komt het dat ik daar niks over hoorde in de geschiedenislessen?

Het heeft lang geduurd voor het acceptabel was om empathie te tonen voor de Duitse vrouwen. Ook onder hen waren er nazi-sympathisanten, een ideologie die natuurlijk verwerpelijk is. De Russen waren de overwinnaars en de Duitsers de slechteriken, waardoor men liever niet sprak over wat de Russen allemaal hadden gedaan. Die vrouwen hebben daar zelf ook lang over gezwegen omdat er veel schaamte was. Ze wisten het van elkaar, want die verkrachtingen waren geen private aangelegenheden, daar waren veel soldaten bij betrokken en het gebeurde voor het oog van iedereen, buren of kinderen, maar er werd nadien niet meer over gesproken. Sowieso is het niet gemakkelijk om over te praten. Vrouwen die verkracht waren, vertelden het vaak niet tegen hun mannen als die terugkwamen uit de oorlog. Het was een taboe dat lang heeft standgehouden.

Pas in de jaren ’90 komen er effectief getuigenissen en documenten boven water. Dat is echt heel lang om zo’n trauma te onderdrukken. Daarom wilde ik het verhaal van deze vrouwen in Berlijn centraal stellen.

Een roman kan voor mij niet groots zijn als de taal me niet aanspreekt. Ik vond het schitterend gedaan, om dit verhaal in vrije vers te schrijven. Door de woorden zo zorgvuldig te kiezen, zijn ze raak en wordt alles nog doorleefder. Ik ben grote fan.

Aline1

Ik wil dit verhaal al lang schrijven, maar ik vond de juiste taal niet. Door deze vorm lukte het wel, want het gaf me zoveel meer mogelijkheden om dicht op de beleving te zitten zonder te expliciet te worden. Je kan de woorden extra kracht geven door de klank, het ritme of de bladschikking en je kan ook het effect van het enjambement gebruiken. Als de Führer haar aankijkt bijvoorbeeld:

‘Hij keurde me

goed.’

Er is een kleine spanning tijdens het keuren, zowel bij het hoofdpersonage, die op de reactie wacht, als bij de lezer die automatisch even pauzeert, voordat op de volgende regel het verdict valt; hij keurt haar goed.

In een verse novel kan je heel veel tussen de regels vertellen en dat is nodig voor zo’n heftige thema’s. de verkrachtingsscène waaruit je net citeerde, heeft heel veel wit nodig. Die vijf regels krijgen dan ook twee volle bladzijden. Het wit doet je als lezer stilstaan, nadenken. Maar het geeft ook ademruimte. Voor mij, tijdens het schrijven, maar ook voor de lezer, denk ik.

Een paar fragmenten voor onze lezers om van te proeven:

Aline2