Rouw, een plek om in te verdwalen
In ‘Voor altijd geleden’, de debuutroman van Stephan De Winter, zijn de hoofdrollen weggelegd voor Tristan en Emma. Op jonge leeftijd wordt Tristan verliefd op Emma, een echt boekenmeisje. Jaren later zijn ze intens met elkaar verbonden door afscheid en rouw.
“Als ik dood ben, strooi me hier dan maar uit, bij de treurwilg, en kerf mijn naam erbij!”
Deze belofte wil Tristan nakomen. Maar de scheidingslijn tussen de werkelijkheid en het trauma door het verlies van Emma wordt heel broos. De Zandbergen, waar de treurwilgen ooit voor beschutting en bescherming zorgden, wordt nu overschaduwd door de harde confrontatie met haar dood. De wilgen zijn steeds aanwezig, soms zacht wiegend en dan weer verstikkend.
“De wilgen ritselen zachtjes verder, alsof ze elkaar onderling een verhaal toefluisteren.”
Heden en verleden wisselen elkaar af in dit bijzondere verhaal. Gevoelig, kwetsbaar, spannend, liefdevol en mysterieus. Ik kon vooral de ‘donkere kant’ van het verhaal enorm waarderen. De grens in tijd en beleving is hier overlappend, werkelijk hallucinant, zodat de gevoelswereld van Tristan intens tot uiting komt. Een portie verbeeldingskracht is misschien wel nodig bij deze fragmenten over de traumaverwerking, maar de donkerte wordt prachtig beschreven, is zo voelbaar. Ook de gevoelswereld van Emma wordt goed in beeld gebracht. Haar verhaal maakt het, ondanks haar naderende dood, toch wat minder zwaar en toegankelijker.
“‘Ik wist het wel’, fluisterde ze. ‘Dat je banger moet zijn van het licht dan van het donker…’”
Geen eenvoudig boek, maar ik hou wel van buitenbeentjes. De verwijzingen naar andere auteurs en muziek is prominent aanwezig. Ik was bijvoorbeeld al bekend met het werk van Elisabeth Kübler-Ross over de fasen van rouw en de dood. De namen van de hoofdstukken verwijzen naar deze fasen. Haar leerling David Kessler voegde er een zesde aan toe, ‘zingeving’, maar er is geen hoofdstuk dat naar die zingeving verwijst. Een detail misschien, maar dat maakt het boek voor mij juist zo sterk. En dan het donkere randje verwijzend naar de gothic novels van H.P. Lovecraft (waar ik een knappe graphic novel van bezit) en Algernon Blackwood (een fijne nieuwe ontdekking). Hun verbeelding heeft Stephan De Winter pakkend naar zijn hand weten te zetten! En luister vooral naar de twee belangrijkste muziekfragmenten van The Antlers en Bon Iver!
Enfin, er valt nog veel meer vertellen over ‘Voor altijd geleden’, laat je dus gewoon onderdompelen in dit bijzonder verhaal. En let dan ook op de verzorgde vormgeving, het mooie taalgebruik, de vele verwijzingen naar literatuur en muziek én de wilgen natuurlijk. Ach, misschien een beetje overdaad, maar het is allemaal wel zeer toepasselijk, zeer mooi.
Rouw een plek kunnen geven, een plek waar je altijd heen kan gaan, maar ook in vast kunt zitten. Een plek waaruit je kan ontsnappen door verhalen… het verhaal moet je wel zelf kiezen.
“En dus verdwaalde en doolde ik, verloren, in het bos van dode treurwilgen en overleden zielen. Het bos had geen einde. De dood ook niet.”
(‘Voor altijd geleden’ deed me soms denken aan Meneer L en het meisje van Wouter Godijn, een verhaal dat zich volledig buiten de werkelijkheid afspeelt, maar waar je toch middenin zit.)