Een historische roman met heel wat inzichten
Joke van Leeuwen schreef deze roman in 2012 waarmee ze de AKO-Literatuurprijs won, de voorloper van de huidige Nederlandse Boekenbon Literatuurprijs.
In ‘Feest van het begin’ leer je de vondelinge Catho kennen die op autoritaire wijze in een klooster wordt grootgebracht. Op een gegeven moment komt ook de jonge novice Berthe in het klooster aangewaaid, die voor haar rijke familie te rebels bleek te zijn. Zij trekt zich het lot van de gepeste Catho aan, ontfermt zich over haar, en leert haar stiekem lezen en schrijven.
Zonder tijdsaanduidingen noch plaatsnamen, merk je dat je je in de straten van Parijs bevindt ten tijde van de Franse revolutie. Waar meer kranten verkocht worden, meer mensen leren lezen en kritischer denken.
Net zoals Catho en Berthe een tandem symboliseren waarin de grenzen tussen arm en rijk overbrugt worden en naar elkaar toe groeien, vinden elders in Parijs een Duitse pianoforte-bouwer, Tobias, en de beul van Parijs, Charles, elkaar in hun gemeenschappelijke liefde voor de muziek. Tobias is technisch begaafd en handig aangelegd. Samen met Charles zal hij de grondlegger zijn van de zogezegde verbetering om de doodstraf toe te passen: de guillotine. Charles heeft het idee aangevoerd en de plannen die al prematuur zijn uitgetekend, Tobias zal ze verfijnen en uitvoeren.
Catho en Berthe worden op hun beurt door het klooster hardhandig uit elkaar gedreven, en moeten elk op hun manier zien te overleven in een nieuwe realiteit die voordien ondenkbaar was. En dat doen ze alle twee, want geluk ligt niet in het hebben van geld maar in de ambitie om het beter te hebben, verder te groeien.
Beiden zijn op hun manier ook een voorbeeld in de strijd voor economische afhankelijkheid en meer rechten voor de vrouw in het begin van die Franse revolutie.
Joke van Leeuwen mag dit boek dan wel vaag hebben gehouden zonder al te veel details, haar beschrijvingen zijn dat allesbehalve en haar taal is zo poëtisch als mag verwacht worden van een pur sang dichteres. Op de eerste bladzijde bevind je je al in een waas van kleuren en vooral ook geuren. Eigenlijk is deze historische roman op maat van adolescenten gemaakt, zit er een wat naïeve kant aan het verhaal door zaken waar haar personages niet van af weten weg te laten, en heeft het ook elementen van een sprookje in zich: de personages hebben ondanks de vele tegenslagen steeds opnieuw kansen op het geluk, de hoop blijft.
Het boek voelt wat aan als Dickensiaans, omdat gewone mensen met een krachtige persoonlijkheid vanuit armoede en miserabele toestanden op eigen benen leren staan. Dit verhaal over zware tijden is daardoor eerder een licht dan een zwaar boek geworden. Het boek leest gewoon heel vlot ook al zijn er soms moeilijke tijdssprongen en perspectiefwisselingen. En hoewel sommige zinnen nogal lang zijn, vind je nergens hoogdravende taal of moeilijke termen.
Ook laat de schrijfster de lezer toe de emoties van de personages zelf in te vullen. Zij brengt het verhaal en de beschrijvingen aan, maar beschrijft consequent de gevoelens van haar personages niet doorheen het hele boek.
De beschrijving van de Franse revolutie in dit boek, en het vieren van het begin en de samenhorigheid die de opstanden teweegbrengen, zou in deze tijden kunnen opgaan voor bijvoorbeeld Syrië, dat zich net bevrijd heeft van het decennialange regime van de Assads. En een aantal jaren geleden ook voor de Arabische revoluties in een aantal andere landen in het Midden-Oosten. In Iran is de stem van de bevolking nog steeds te horen, denk aan de vrouwen die zich verzetten tegen de strenge sjiitische kledingvoorschriften ondanks de zware straffen vanwege het Iraanse autoritaire regime. Ook op dit vlak is dit een interessant boek voor schoolgaande jeugd om parallellen met onze tijd te zoeken. De verbinding die de personages in dit boek bij elkaar vinden, is alvast iets om ons aan op te trekken in onzekere en bange tijden.
Synopsis
Parijs, ten tijde van de Franse Revolutie. De jonge Catho, opgegroeid in een vondelingentehuis, merkt nauwelijks iets van de opstand, tot nieuwkomer zuster Berthe, de enige die om haar geeft, haar in het geheim leert lezen en schrijven. Maar de twee verliezen elkaar uit het oog. Elk van hen is ervan overtuigd dat de ander haar verraden heeft. Intussen begint pianofortebouwer Tobias een bijzondere vriendschap met iemand die hem een zeer controversieel verzoek doet.