Het huwelijk biedt mensen juridische bescherming en dus een gevoel van veiligheid
België werd het tweede land ter wereld met een homohuwelijk! Dat is een verhaal dat start in 1989 in Denemarken. In de nasleep van de aidsepidemie voerde dat land een geregistreerd partnerschap in. In België kwam het debat over een partnerschapsregeling pas in een stroomversnelling terecht na de registratie van het samenlevingscontract van Tom Lanoye en René Los in 1996.
Na heel wat bochtenwerk en tegenkanting werd een minimale regeling – de wettelijke samenwoning – uitgewerkt. De grote doorbraak kwam er pas na 1999, toen een paars-groene meerderheid koos voor het homohuwelijk. Deze wet kende niet zoveel tegenkanting als de abortuswetgeving indertijd. Nederland was pionier van het homohuwelijk, België volgde als tweede en wereldwijd zijn het er nu inmiddels al 34.
Homo-activist Paul Borghs schetst aan de hand van onder meer interviews, tijdsdocumenten en interne verslagen de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in België die hebben geleid tot de openstelling van het huwelijk. Hij onderlijnt ook het belang dat de holebibeweging bij de maatschappelijke en politieke bewustwording gehad heeft. De homobeweging heeft van meet af aan gestreden om de discriminatie van koppels in zaken zoals erfrecht, pensioenregelingen, sociale zekerheid en belastingen uit de wereld te helpen.
Het huwelijk (hoe oubollig sommigen het ook vinden) biedt mensen, juridische bescherming en dus een gevoel van veiligheid. Ook bij hetero’s gaan nogal wat koppels eraan denken op het moment dat ze een huis willen kopen, er kinderen komen of een van beide partners ernstige gezondheidsproblemen krijgt.
Paul Borghs heeft een degelijk boek afgeleverd dat zeer duidelijk de historiek van het tot stand komen van het homohuwelijk weergeeft.