Filosofie van de kroeg
Het traditionele café lijkt op sterven na dood te zijn. Toch weten deze sociale pleisterplaatsen de gemoederen flink te beroeren. De Nederlandse filosoof Hans Schnitzler brengt een vurig pleidooi en gaat daarbij in gesprek met Piet Piryns, liefhebber van de betere bruine kroeg.
Dat de wereld van toog en tapkast onverminderd tot de verbeelding spreekt, komt omdat ze een menselijke maat vertegenwoordigt die in het leven daarbuiten vaak afwezig is, meent filosoof Hans Schnitzler.
In Filosofie van de kroeg gaat hij op zoek naar wat die maat behelst. De veelal onbekommerde cafésfeer staat namelijk in schril contrast met een samenlevingsklimaat dat steeds guurder en onleefbaarder lijkt te worden. De politieke polarisatie neemt toe, het vijanddenken heerst alom en overal klinkt de roep om meer ‘gemeenschapszin’.
Zou het kunnen dat in de microkosmos van een kleinschalige café aanwijzingen te vinden zijn voor een milder en prettiger samenlevingsklimaat? Om dat te onderzoeken neemt Schnitzler ons mee op een ongebruikelijk avontuur: een wijsgerig getint kroeggesprek met journalist op rust Piet Piryns.