Gedichtenmuren

De eerste gedichtenmuur is een eerbetoon aan Wannes Van de Velde (1937 – 2008), Antwerps zanger, muzikant en kunstenaar. De weduwe van Wannes Van de Velde koos voor de tekst van ‘De Zwerver’, een minder bekend lied dat de levensfilosofie van Van de Velde goed vat. Ook de plek is symbolisch. De locatie is een muur van het volkscafé ’t Half Souke waar Wannes Van de Velde regelmatig te gast was en waarnaast ook zijn moeder woonde.

Café 't Half Souke - Hoogstraat 59 - 2000 Antwerpen

'De Pijnfuif' prijkt op de gedichtenmuur van Gust Gils. Het gedicht staat op de blinde zijgevel van café Köln op de Stadswaag. Enkele huizen verder bevond zich het jazzcafé De Gard Sivik, waar Gust Gils vaak kwam. Het café ontleende zijn naam aan het Vlaams en Nederlands avant-gardetijdschrift dat in 1955 mee door Gils werd opgericht.

Café Köln - Stadswaag 4 - 2000 Antwerpen

Jan van Nijlen (1884-1965), een tijdgenoot van Willem Elsschot, werd in de stationsbuurt geboren en groeide er op. Deze Vlaamse dichter werd alom bekend door de zin "Bestijg den trein nooit zonder uw valies met dromen, / dan vindt ge in elke stad behoorlijk onderkomen" uit het gedicht 'Bericht aan de reizigers'. Reizigers die in het onlangs geheel gerenoveerde en flink uitgebreide station de trein nemen, zullen niet meer ontkomen aan Van Nijlens begaamde openingszin.

Centraal Station - in de linkergang tussen de stations- en spoorhal
tegenover Levanto - Koningin Astridplein 27 - 2018 Antwerpen

Adriaan De Roover kreeg als eerste levende dichter een gedichtenmuur. Voor zijn gedichtenmuur koos Adriaan de Roover het gedicht ‘mijn stad’, dat verwijzingen bevat naar Linkeroever. Het ontwerp van de muurschildering is van de hand van Jelle Jespers, de vaste ontwerper van voormalig Stadsdichter Peter Holvoet-Hanssen, die mee het initiatief nam voor deze gedichtenmuur.

Woonblok van Europark - Gloriantlaan - 2050 Antwerpen-Linkeroever, te zien vanaf rechteroever aan het Zuiderterras.

Op wereldboekendag 23 april 2012 werd de vijfde gedichtenmuur in Antwerpen voorgesteld. Het gedicht ‘Zeer kleine speeldoos’ van Paul van Ostaijen werd in een ontwerp van Gert Dooreman aangebracht op een zijmuur van de nieuwbouw van het GZA Ziekenhuis campus Sint-Vincentius. 'Zot Polleke' zoals Paul van Ostaijen wel eens genoemd werd, is een van de belangrijkste schrijvers van het interbellum. Tot de dag van vandaag heeft zijn poëzie niets aan zeggingskracht verloren..

Een zijmuur van de nieuwbouw van het GZA Ziekenhuis campus
Sint-Vincentius - Sint-Vincentiusstraat - Antwerpen

J.M.H. Berckmans was een literair fenomeen en bekend figuur in de Brederodebuurt. 11 jaar na zijn overlijden werd de auteur gehuldigd met een gevelgrote gedichtenmuur, een metershoog ontwerp van de Antwerpse kunstenaar Bert Lezy. De gedichtenmuur met een citaat en portret van J.M.H. Berckmans is een blijvend eerbetoon aan deze auteur.

Als citaat voor de gedichtenmuur werd gekozen voor een aforisme van Jean-Marie Berckmans uit de bundel ‘Tranen voor Coltrane’ uit 1977: 'Wie heeft de tranen uitgevonden..? Iemand die het opkroppen verdomde..?’

Je kan het bewonderen aan het gebouw van het Zorgbedrijf, op de hoek van de Balansstraat en Broederminstraat. Het werk heeft een afmeting van 5 x 17 meter.